Kosten: € 588,- | € 533,- voor abonnees

Inschrijven mogelijk t/m 21 mei 2025

Algemeen

Schrijf je nu in en ontvang gratis het nieuwe boek van Peter van Harten!
Tijdens de cursus krijgen alle deelnemers een exemplaar van het nieuwe boek van Peter van Harten cadeau: 'Bewegingsstoornissen in de Psychiatrie; gids voor herkenning, preventie & behandeling'. Dit boek is geen gewoon boek. Het is een innovatieve gids met ruim 50 QR-codes. 21 2470 bewegingsstoornissen 3d omslag binnenwerk 1024x745
Deze unieke gids is ontwikkeld voor zorgverleners die psychofarmaca voorschrijven. Door de combinatie van tekst, illustraties en bewegende beelden is het van grote didactische waarde.
Specialisme:      Psychiaters, verpleegkundig specialisten GGZ
Deelnamekosten: *      € 533,00 voor abonnees van Psyfar (vs)
€ 588,00 voor niet-abonnees
Accreditatie:      Accreditatie in aanvraag bij de NVvP en het VSR
Locatie:      Midden-Nederland, regio Utrecht. Zodra hier meer over bekend is, zullen we de deelnemers per e-mail op de hoogte stellen.

Prijzen zijn inclusief boek, catering, cursusmateriaal en online toegang tot Psyfar (vs) (tot een maand na afloop van de cursus).

Bewegingsstoornissen in de Psychiatrie:
Ontdek de relatie tussen bewegingsstoornissen en psychiatrische aandoeningen

Bewegingsstoornissen zijn vaak gerelateerd aan psychiatrische aandoeningen, zoals katatonie bij ernstige depressie, stereotypen bij autisme en tics bij dwangstoornissen. De meest voorkomende groep is echter medicatie geïnduceerde bewegingsstoornissen waarbij zowel psychofarmaca als somatische medicijnen deze bijwerkingen kunnen geven. Vaak worden deze echter over het hoofd gezien. Hoe krijg je hier oog voor? Kom naar de cursus Bewegingsstoornissen in de Psychiatrie op donderdag 22 mei en prof. dr. Peter van Harten leert je er alles over.

Tijdens de cursus komen verschillende bewegingsstoornissen aan bod: van de acute medicatie geïnduceerde bewegingsstoornissen tot de tardieve bewegingsstoornissen. Daarnaast bespreekt Peter van Harten ook tremor, functionele stoornissen en katatonie.

Leerdoelen
Aan het einde van de cursus:
Heb je kennis van de diagnose en behandeling van diverse bewegingsstoornissen;
Kun je bewegingsstoornissen herkennen en differentiëren als onderdeel van een psychiatrische ziekte en als bijwerking van medicijnen;
Kun je bewegingsstoornissen effectief opsporen met aangeleerde screeningsmethoden;
Heb je kennis van de behandelmogelijkheden voor bewegingsstoornissen;
Heb je vaardigheden ontwikkeld voor het onderzoeken van cliënten op bewegingsstoornissen;
Ben je in staat om deze stoornissen tijdig te identificeren, te voorkomen en te behandelen.
   

Programma

09.30 - 10.00 Ontvangst & registratie
10.00 - 10.40 Algemene inleiding

meer informatie...

De meeste bewegingsstoornissen ontstaan door een verstoring in de functie van de basale ganglia. Wat dit bijzonder interessant maakt, is dat de circuits die van de cortex naar de basale ganglia lopen en via de thalamus terugkeren naar de cortex, een cruciale rol spelen bij het verfijnen en automatiseren van motorische handelingen. Daarnaast zijn dezelfde basale ganglia betrokken bij cognitieve en emotionele processen. Dit verklaart waarom bewegingsstoornissen vaak samengaan met veranderingen in cognitie en emotie. Medicatie heeft een sterke invloed op de werking van de basale ganglia en beïnvloedt daarmee niet alleen de motoriek, maar ook cognitieve en emotionele functies. In dit eerste deel van de lezing bespreken we hoe verstoringen in de basale ganglia leiden tot bewegingsstoornissen en welke rol medicatie hierin speelt.

10.40 - 11.00 Bewegingsstoornissenonderzoek 

meer informatie...

Een belangrijk doel van deze cursus is dat u leert hoe u bewegingsstoornissen effectief kunt onderzoeken en dit in de praktijk toepast tijdens consulten. In dit onderdeel bespreken en oefenen we een korte screeningsmethode die binnen 5 tot 10 minuten kan worden uitgevoerd. Deze screening maakt het mogelijk om verschillende bewegingsstoornissen, met name die veroorzaakt door medicatie, te detecteren. Regelmatige uitvoering van dit onderzoek is essentieel om te beoordelen of een bewegingsstoornis al in lichte mate aanwezig was vóór de start van een behandeling en om vast te stellen of deze zich in de loop van de therapie ontwikkelt. Dit draagt bij aan zowel vroegtijdige preventie als gerichte interventie.

11.00 - 12.00 Acute bewegingsstoornissen en casuïstiek

meer informatie...

De meest voorkomende medicatie-geïnduceerde bewegingsstoornissen zijn de acute vormen, die vaak kort na het starten of verhogen van een dosering optreden. Veel psychofarmaca, zoals antipsychotica en antidepressiva, maar ook bepaalde somatische geneesmiddelen, kunnen deze stoornissen uitlokken. Tot de belangrijkste acute bewegingsstoornissen behoren acute dystonie, acathisie, parkinsonisme, tremor en myoclonie. Het diagnostisch proces begint met een scherpe observatie van de symptomen: is er sprake van dystonie, onrustige bewegingen, rigiditeit, traagheid, tremor of schokkende bewegingen? Vervolgens wordt de mogelijke oorzaak in kaart gebracht—vaak een recent gestart of aangepast medicament—en worden de passende interventies besproken. In dit onderdeel analyseren we casuïstiek om de herkenning en behandeling van deze acute bewegingsstoornissen te verfijnen.

12.00 - 13.00 Lunch
13.00 - 14.00 Tardieve bewegingsstoornissen en casuïstiek

meer informatie...

Tardieve bewegingsstoornissen: herkenning, differentiaaldiagnostiek en casuïstiek Tardieve bewegingsstoornissen ontstaan na maanden tot jaren gebruik van vooral antipsychotica en worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen: tardieve dyskinesie en tardieve dystonie. Omdat deze stoornissen zich pas na langere tijd manifesteren, worden ze niet altijd direct in verband gebracht met medicatiegebruik. Bovendien kunnen psychiatrische aandoeningen zelf ook leiden tot dyskinetische bewegingen, wat de diagnostiek bemoeilijkt. Een wijdverbreid misverstand is dat tardieve bewegingsstoornissen altijd permanent en onbehandelbaar zijn, terwijl in veel gevallen verbetering of zelfs herstel mogelijk is. In dit onderdeel bespreken we de verschillende klinische vormen, risicofactoren en diagnostische valkuilen, evenals de mogelijkheden voor preventie en behandeling. Casuïstiek wordt gebruikt om de herkenning en aanpak in de praktijk te versterken.

14.00 - 15.00 Katatonie en casuïstiek

meer informatie...

Katatonie komt vaker voor dan vaak wordt aangenomen, maar wordt regelmatig niet herkend of ten onrechte aangezien voor bewegingsarmoede. Het is vrijwel altijd secundair aan een onderliggende aandoening, meestal een psychiatrische stoornis zoals affectieve stoornissen of psychosen. De diagnose katatonie is primair klinisch en vereist een gedegen beoordeling van de voorgeschiedenis, onderliggende oorzaak, symptomatologie en beloop. De DSM-5 definieert twaalf diagnostische criteria die houvast bieden bij het vaststellen van katatonie, aangevuld met een breed scala aan ondersteunende symptomen. Katatonie kent drie klinische vormen:

  • Stuporeuze katatonie: gekenmerkt door bewegingsarmoede, mutisme en starheid. 
  • Katatonie met opwindingstoestand: waarbij ernstige agitatie en ongeorganiseerd gedrag op de voorgrond staan. 
  • Maligne katatonie: een potentieel levensbedreigende vorm met autonome ontregeling, koorts en rigiditeit.

Het belang van vroege herkenning kan niet genoeg worden benadrukt, gezien de potentiële complicaties en de vaak goede behandelbaarheid. In dit onderdeel bespreken we de diagnostische kernpunten, valkuilen en therapeutische mogelijkheden, geïllustreerd aan de hand van casuïstiek

15.00 - 15.15 Pauze
15.15 - 16.45 Casuïstiek

meer informatie...

Casuïstiek I: Bewegingsstoornissen in de psychiatrische praktijk
De herkenning van bewegingsstoornissen is in de psychiatrische praktijk niet altijd eenduidig. Er is vaak sprake van een overlap tussen meerdere stoornissen, een atypische presentatie die diagnostische vragen oproept, of co-morbiditeit met een neurologische of psychiatrische aandoening. Dit vraagt om een gestructureerde en analytische benadering. In dit eerste casuïstiekdeel analyseren we praktijkvoorbeelden en gaan we in op:

  • "Wat observeer ik?" – Welke kenmerken wijzen op een specifieke bewegingsstoornis?
  • "Wat zou het anders kunnen zijn?" – Welke differentiaal diagnostische overwegingen spelen een rol?

We gebruiken animaties uit het boek naast video’s van cliënten om de fenomenologie van de verschillende bewegingsstoornissen helder te illustreren en de herkenning in de klinische praktijk te verbeteren.

Casuïstiek II: Functionele bewegingsstoornissen en diagnostische valkuilen
Naast organische bewegingsstoornissen vormen functionele bewegingsstoornissen een diagnostische en therapeutische uitdaging. In dit tweede casuïstiekdeel richten we ons specifiek op:

  • Klinische kenmerken van functionele bewegingsstoornissen en hoe deze verschillen van medicatie-geïnduceerde of neurologische stoornissen.
  • Diagnostische strategieën om functionele stoornissen betrouwbaar te onderscheiden.
  • Interventies en communicatiestrategieën bij functionele bewegingsstoornissen.

Door middel van interactieve casuïstiek en discussie leren deelnemers subtiele diagnostische aanwijzingen herkennen en effectief differentiëren.

16.45 - 17.00 Afsluiting en evaluatie

Sprekers

Psychiater | Bijzonder hoogleraar psychiatrie

Locatie

Midden Nederland
Midden-Nederland, regio Utrecht. Zodra hier meer over bekend is, zullen we de deelnemers per e-mail op de hoogte stellen.

Route plannen